Refuge Orisson tot Espinal 17,10 km
9 september 2019 - Roncesvalles, Spanje
Om 6u45 sta ik op, maak me klaar en pak alles in en om 7u sta ik buiten reeds te genieten van de zonsopgang en de kleurenpracht die hiermee gepaard gaat. Er zijn al pelgrims op pad, waarschijnlijk zijn zij vanochtend vroeg in Saint-Jean-Pied-de-Port vertrokken. In onze Refuge is het een bedrijvigheid van jewelste. Iets na 7u zit ik aan het ontbijt voor flink wat koffie en getoast stokbrood met confituur. Sober, maar je kan er mee op pad. Mijnlunchpakket, bestaande uit 2 halve stokbroden met ham en kaas, zal later goed van pas komen! Na het ontbijt ga ik op pad, maar niet zonder eerst mijn Camelbag te vullen met bronwater aan de refuge, want er zijn volgens mijn gids geen voorzieningen meer onderweg. Ik volg de rood-witte aanduidingen van het lange- afstandspad GR 65 en de wegwijzers. Ik heb schitterende vergezichten, de mist hangt tussen de bergen en ik geniet met volle teugen. Het is nog killig, maar open weer en er hangen enkel wat sluimerwolken. Het belooft een mooie dag te worden. Verderop staat er toch een kraampje en ik koop er een sportdrank, een banaan en hardgekookt ei, dat laatste eet ik toch meteen op, om nog wat energie op te doen. Daar heb ik voor het eerst kort contact met Kathy en Michelle uit Canada, maar ik kon toen nog niet weten dat ze mijn pad meermaals zouden kruisen. Onderweg raak ik aan de praat met een Japanner. Hij vertelt me dat hij kanker heeft gehad en nu deze uitdaging aangaat uit dankbaarheid voor zijn genezing en dat vind ik toch wel heel knap, vooral gezien zijn toch al gezegende leeftijd van 70 jaar. Verder bergopwaarts kom ik plots bij het kleine heiligenbeeld, Vierge de Biakorri (ook wel Vierge d'Orisson genoemd). De route gaat nu verder door de uitgestrekte weilanden, waarop de langharige manechschapen worden gehouden. Uit hun melk wordt de pittige Ossau-Iraty kaas gemaakt.
Dan zie ik plots in de verte één voor één vale gieren aanvliegen en troepen samen op de bergflank, jammer genoeg nét te ver weg. Na een tweetal uur bereik ik de Frans-Spaanse grens en zal de gele pijl mijn trouwe en vaste begeleider zijn. Ik betreed Spanje/Navarra bij de nabijgelegen Col de Bentarte (1308 m) over eerst nog redelijk vlak terrein, daarna over stijgende bospaden een heel ander landschap in. Maar ik blijf genieten van de natuur om me heen en de uitdaging van het wandelen.
Niet lang daarna bereik ik het hoogste punt op de Col de Lepouder, 1430 meter. Ik neem de directe, maar deels zeer steile steenachtige weg door het bos naar Roncesvalles. Ik denk dat ik mijn eindpunt heb bereikt, maar besef dan dat ik de kilometers van de verkorte eerste etappe, vandaag reeds wou goed maken en nog verder door moet tot Espinal. Nog 7 kilometer te gaan en dat is wel even een domper! Ik zet me even op een bank en lees de route door in mijn gids en ga verder via een bospaadje en een gemengd loofbos naar Auritz, op de kaart gezet door Ernest Hemingway (die hier logeerde in 1924 en 1925, en het dorp beschreef in zijn roman 'The sun also rises' die verscheen in 1926) en door de graffiti-kunstenaar die de muren beschilderde.Vervolgens wandel ik over een veldpad en wandel met een klein hartje tussen de koeien die op de weg liggen, door een idyllisch bos en over een landweg Espinal binnen aan de Iglesia San Bartelomé. Hier vervolg ik niet de route, maar ga de hoofdstraat linksaf en na een korte klim kom ik aan in Hostal Rural Haizea, waar gelukkig een mooi buitenterras en een bar aanwezig zijn. Dit hostel is ruim, netjes en alle voorzieningen zijn aanwezig. Ik kies het bed uit in de verste hoek van de kamer en installeer me in een verder lege slaapzaal met 13 bedden, neem een uitgebreide douche en zet me op het terras in de zon met een sportdrank en om mijn route van morgen te overlopen. Even later komen Kathy en Michelle aangelopen met Andreas, zij hebben hem onderweg ontmoet en zijn samen verder gewandeld via de meer comfortabele en aanbevolen route richting Roncesvalles. Ze twijfelen nog of ze nog een stukje verder door wandelen, want ook zij hebben wat kilometers in te halen en hebben bovendien slechts 3 weken de tijd om de volledige tocht af te leggen. Terwijl zij nadenken, maak ik een verkennende wandeling door het gehucht om te weten hoe ik morgen mijn tocht zal verder zetten.
Wanneer ik terug kom, zitten de drie te aperitieven en ze nodigen me uit bij hen plaats te komen nemen. We praten verder tot het diner wordt geserveerd en we aan de lange tafel met de andere pelgrims aanschuiven. We krijgen een pelgrim menu bestaande uit soep met brood, spaghetti, voldoende water en wijn en een ijsje als afsluiter. Er wordt honderduit gepraat over de reeds opgedane ervaringen van de eerste etappe(s) en zo veel meer, waarna we ons stilletjes aan terugtrekken op onze kamer, die ik deel met slechts 5 andere pelgrims. Ik lees nog wat in mijn dwarsligger en schrijf aan mijn blog om dan met weer wat hoofdpijn te gaan slapen. Morgen wordt een pittige dag met heel wat kilometers!
Groetjes en geniet ervan.